“Dis mojer dann bloud moj wief” (Dit is mooier dan een beeldschone vrouw)

Dit was de kreet van een enthousiaste Twentse mede-Noordkaap-ganger

bij het zien van de fantastische luchten en landschappen in het erg winterse Lapland. Deze zijn werkelijk niet met een pen te beschrijven en niet te filmen. Dit moet een mens éénmaal in zijn leven meemaken.

 


Zondag 1 februari 2004
Maar laat ik maar even bij het begin beginnen. Zondag 1 februari 2004, eindelijk is het zo ver. De auto is geheel volgeladen met slaapzakken, veel warme kleding, eten en drinken en veel reserve onderdelen (wat later overbodig bleek te zijn, we onderschatten toch vaak de techniek en kwaliteit van onze 2CV-tjes).

 s’Morgens om 9 uur komt een team uit Den Haag ons aanhalen en we vertrekken onmiddellijk, we hebben er erg veel zin in. De ruitenwissers moeten wel even aan want het regent! Na ongeveer 15 kilometer rijden roep ik door de microfoon van het 27MC bakkie tegen het andere team dat ik even moet stoppen want de temperatuur van de olie loopt wel erg hoog op, tegen de 110 graden Celsius!

Misschien iets te veel geïsoleerd?! Dus hier en daar wat isolatie-materiaal verwijderd en we gaan weer verder richting het noorden. Voor de grensovergang bij Nieuweschans maar weer even stoppen, temperatuur weer te hoog. Dus winterkapje er af, nog meer isolatie verwijderd en we gaan weer.

Bij een tankstelle in de buurt van Bremen zullen wij 2 teams uit Twente ontmoeten zodat we daarna met 4 teams verder zullen gaan. Om 13.15 uur ontmoeten we elkaar en gaan we richting Denemarken. Even over de grens gaan we richting Bøjden waar we met een veerboot overvaren naar Fynshavn, een tochtje van ongeveer 1 uur. Daarna rijden we naar een onbeduidend plaatsje genaamd Ebbenes. Hier heeft een Deense Citroën-liefhebber een grote boerderij met heel veel Citroëns en die ons had uitgenodigd om te overnachten en te eten & drinken. Maar om dit adres te vinden in het donker viel niet mee. Maar na veel zoeken zagen we eindelijk een eend staan bij een huis.

Wij met ons allen er geen en we dachten dat we er waren. Maar helaas was dit niet zo. Maar de eigenaar van de eend wist wel waar we moesten zijn. Hij stapte in zijn eend en gebaarde dat we hem moesten volgen. Na een kwartiertje jakkeren over de donkere met modder besmeurde weggetjes, scheurde hij bij onze Citroën-boer het erf op. We waren er eindelijk, hè hè, Na het kennismaken en het eten moest er toch even worden gesleuteld aan diverse eendjes. Een Twents team met als rijder Gert Jan van Asperen had onderweg al enkele liters olie bijgevuld, dus maar even kijken hoe dit kon! Conclusie: oliekoeler stuk, dus deze maar vervangen.

Het Haagse team had ook olie-lekkage. Dit was een klepdeksel dat was vervormd. Deze werd ook vervangen en klaar was Martijn van Eck. Aan het einde van de avond nog een afzakkertje en in de slaapzakken gedoken.

Maandag 2 februari 2004
Na het ontbijt de Citroën-boer helpen de steigers rondom zijn boerderij te verplaatsen. Hij was de gevels aan het restaureren en daarna zijn we maar weer gaan rijden. Verder naar het Noorden over hele mooie weggetjes en via een lange tolbrug op naar Kopenhagen.

Hier aangekomen natuurlijk even naar de haven waar het beroemde beeld van de zeemeermin is. Hier hebben we wat foto’s genomen en daarna zijn we door de stad gereden. We hebben veel mooie oude gebouwen gezien. Vervolgens zijn we met de veerboot naar Zweden gegaan. Hier kwamen we om ongeveer 15.15 uur aan. Hier en daar ligt al een klein beetje sneeuw.

Na uren rijden begint de auto kuren te krijgen. Hij wil niet harder dan 60 kilometer per uur! Met ons allen aan de kant, motorkapje open en zie daar; een carburateur met een heel mooi wit ijslaagje er omheen. Conclusie: winterkapje plaatsen en maar weer wat isolatiemateriaal terugplaatsen.

Het wordt hier dus al wat kouder. We gaan weer verder en de auto rijdt weer perfect. Dus nu moet ik beter op de olietemperatuur letten, want als deze lager dan 60 graden Celsius wordt dan is de motor te koud en houdt hij in. Ondertussen wordt het landschap steeds witter.

Na vandaag ongeveer 550 kilometers te hebben gereden zoeken we een herberg op. Hier hebben we zelf eten hebben gemaakt en een lekker drankje genomen. Hierna hebben we lekker geslapen.

Dinsdag 3 februari 2004
s’Morgens vroeg op. Vandaag gaan we naar Stockholm en dat is 265 kilometer rijden. Hier gaan we naar Arjan Smits. Dit is een Nederlandse Citroën-fanaat die getrouwd is met een Zweedse vrouw. Hij zal ons Stockholm laten zien. Die avond moesten we om 20.00 uur inchecken op de ferry naar Finland. Om 20.45 uur vertrekken we met de nachtboot vanaf Stockholm naar Turku in Finland. Dit is een onrustige nacht omdat er veel ijs in de zee aanwezig is en een oorverdovend lawaai en gekraak het resultaat van een ijsbrekende ferry is. Dit deed ons denken aan de Estonia dis op de bodem van deze zee ligt.

Woensdag 4 februari
Maar Woensdag 4-2-2004 om ongeveer 9.00 uur was de haven van Turku in zicht. We gaan aan land en moeten nu naar Helsinki rijden. Dit is ongeveer 170 kilometer. Daar gaan we de speciale olie voor de motor en de versnellingsbak verversen. En we gaan spijkerbanden om de auto monteren bij de garage van een Citroën-fanaat. Gelukkig weten ze hier niet wat Arbo is enz, want een brug is hier niet. Alles gebeurt hier op een natte vloer, liggend op een stuk karton. Maar het is allemaal gelukt.

Om 16.00 uur gaan we richting het centrum van Helsinki om hier een hotel te zoeken. Hier zien we al wat meer deelnemers uit diverse landen staan. Inchecken, douchen, pizza eten, ’s avonds wandelen door het centrum en dan lekker slapen. Morgen is de officiële start van de Raid Laponie 2004.

Donderdag 5 februari
We staan vroeg op en gaan om 7.00 uur ontbijten. Om 7.30 uur verzamelen we bij de haven voor de inschrijving. Tasje met folders, messen voor rendieren, veel stickers plakken op de auto en dan gaan we. Nu begint het echte avontuur!

We hebben een route-beschrijving gekregen en we moeten ‘s avonds aankomen in het plaatsje Veku, dit is ongeveer 600 kilometer rijden. In en net buiten Helsinki zijn de wegen erg glad en glibberig en heel veel bevroren spoorvorming. De auto kraakt, rammelt en schudt van alle kanten. Poeh, dit is nog maar het begin! De armpjes van de bestuurder doen nu al pijn. Met een snelheid van 90 kilometer per uur razen we over de ijzige pistes.

Om 16.00 uur arriveren we in Veku waar een voormalig schoolgebouw is omgebouwd tot een herberg. Op het terrein rondom dit gebouw staan enige tenten waar we in kunnen slapen. Er is een sauna aanwezig en een grote houten badkuip buiten met heet water zodat je lekker buiten in je nakie vanuit de sneeuw zo in het hete water kan gaan. De buitentemperatuur is hier -20 graden Celsius.

De organisatie heeft een voortreffelijk banket voor ons verzorgd, o.a. veel zalm, paling, forel, rendiervlees en diverse Finse specialiteiten. Daarnaast zijn er ook veel sapjes, met en zonder alcohol. Er was live-muziek tot slot en om ongeveer 02.30 uur hebben we ons slaapzakje opgezocht, we moeten morgen wel weer vroeg op!

Vrijdag 6 februari
Na het ontbijt om 7 uur gaan we de auto starten. Dit blijkt geen probleem te zijn na een zeer koude nacht! Het reisdoel van vandaag is Hasparanta. Dit is de grensplaats van Finland en Zweden boven de Botnische Golf. De wegen zijn vandaag steeds gladder, het bestaat alleen maar uit ijs. Maar met de spijkerbandjes gaat het best, behalve als je moet remmen want dan gaat het mis. Dus heel ver vooruit zien! Hier en daar zien we ook al wat rendieren.

Bij de plaats Oulu moeten we naar een Citroën dealer waar we koffie met een koek krijgen. Vanaf hier gaan we naar de Botnische Golf, dit is de zee tussen Finland en Zweden. We gaan hier echt over het ijs rijden op de zee naar een eiland 20 kilometer uit de kust. Dit is ongelooflijk! Met je eend over een bevroren zee rijden met naast je een veerboot die zich een weg baant naar hetzelfde eiland. Na dit avontuur gaan we naar Kimi. Hier is een echt ijshotel die we bezichtigen. Dit is ook ongelooflijk.

Vanaf hier gaan we naar ons einddoel voor deze dag, de plaats Hasparanta waar een herberg voor ons is gereserveerd. Het is inmiddels al 21.30 uur, dus douchen en lekker eten, weer een sapje, een muziekje en dan is het weer tijd om ons bedje op te zoeken. Dit was weer een avontuurlijke dag!

Zaterdag 7 februari
Het is een stralende, erg koude dag. De temperatuur is zo’n 27 graden onder het vriespunt. Vandaag passeren we de poolcirkel waar we een superfin ritueel houden. Dit houdt in dat we vis moeten eten dat al jaren over de verkoopdatum is. Dit stinkt verschrikkelijk. Daarnaast moeten we ook levertraan drinken. Als je dit doet dan ben je een superfin (SF).

Onderweg naar Jokmok zien we nog een BX die een rendier op de motorkap nam. De BX had grote schade en het rendier vluchtte weg het bos in. In Jokmok is een grote jaarmarkt met een rendierenmarkt, veel Samen. Zo heten hier de mensen die wij Lappen noemen in hun mooie klederdrachten. De temperatuur is hier -30 graden. Dit is wel heel erg koud! Na dit bezoek gaan we verder door het mooie natuurschoon van Lapland.

Het is inmiddels al een paar uurtjes donker geworden en dan opeens horen wij door de 27MC-bakjes: “ooohhhh, aaahhhh.. ongelooflijk wat mooi!” En dan zien ook wij het, het Noorderlicht! Een natuurverschijnsel met veel groene kleuren in een donkere heldere sterrenhemel.

Om 20.00 uur komen we aan in Kiruna waar we in een soort bungalowpark allen een huisje krijgen toegewezen. Dit was vandaag weer 720 kilometer sturen in ons eendje, dus vandaag maar eens vroeg op bed. Morgen hebben we weer een lange dag.

Zondag 8 februari 2004
Vandaag vertrekken we vanuit Kiruna naar Tromsö, de noordelijkste havenstad van Europa. Onderweg bleven we nog een keer vastzitten in de sneeuw. Na veel graven en trekken konden we na een uurtje onze weg weer vervolgen. En maar rijden, rijden, rijden en rijden, uren lang en veel sneeuw. Tegen de avond wordt het weer zo slecht dat je niet sneller dan 20 km per uur kan rijden. Een heuse sneeuwstorm! Na veel ploeteren komen we s’avonds om 20.00 uur aan op bungalowpark Tromsdalen bij Tromsö. Auto’s uitpakken, eten klaarmaken, douchen, een paar sapjes naar binnen werken en dan maar lekker slapen want vandaag was het een zware dag.

Maandag 9 februari
Vandaag blijven we in Tromsö, we gaan de stad bekijken. We hebben een rondleiding in de Mack-bierfabriek en zitten s’middags in een soort bruin café waar we de duurste pilsjes ooit hebben gedronken. 1 Pilsje kost in het hoge noorden maar liefst € 11,-!!

Om half 4 s’middags is het inschepen, om half 5 vertrekt de Hutligrutten boot. Via diverse fjorden en eilanden varen we boven de Noordkaap langs naar Honningväg. Dit is een havenplaats op het eiland waar de Noordkaap ook op ligt. Deze trip per boot duurt 32 uur en is heel erg boeiend, maar wel lang. Ook s’nachts hebben we vanaf het dek het noorderlicht gezien.

Dinsdag 10 februari
Om 12:00 uur s’middags arriveren we in Honningväg waar de auto’s uitgeladen worden. Er ligt heel, heel veel sneeuw als we allemaal klaar zijn om te vertrekken. Net buiten het dorpje begint het al. De weg loopt steil omhoog en de een na de andere auto blijft steken. Ook onze wielen van de auto beginnen door te draaien. We stoppen dus maar. Alie bedenkt zich geen moment, springt uit de auto en gaat op de motorkap liggen voor een betere grip. Deze schat heeft lekker ongeveer 5 kilometer lang op de motorkap gelegen in de ijzige kou. Ondertussen had ik de kachel in de auto maar een beetje hoger gezet! We waren van de 40 auto’s de derde die bij de slagboom stond. En dan zien we dat de laatste 6 kilometer naar het uiterste puntje van de Noordkaap dicht is… shit, shit!!

We krijgen te horen dat de weg onbegaanbaar is geworden, misschien hebben we morgen nog een kans. Dan maar een klein eindje terug naar het noordelijkste dorpje ter wereld Skarsväg. Hier zullen we 2 dagen blijven in een hotelletje. Om 15:00 uur s’middags is het hier al donker. We eten lekker, drinken wat en kletsen nog wat na over deze barre tocht. Morgen proberen we weer om op het noordelijkste punt te komen.

Woensdag 11 februari
Vanmorgen staat er een ontbijt voor ons klaar. Vandaag gaat het gebeuren, het laatste kleine stukje van de rit. Eerst maken we nog even een wandeling door het dorpje dat ongeveer 80 inwoners telt. Wij ons maar afvragen waar deze mensen van leven. Er is hier niets, maar dan ook helemaal niets! De bewoonde wereld ligt ver weg en het is hier koud, kaal en donker.

Om 11:30 uur moeten we ons gereed maken voor vertrek naar boven. Er is een sneeuwschuiver die voorop zal rijden. Hij zal eerst de auto’s naar boven brengen die sneeuwkettingen hebben, daarna de tweede groep met spijkerbanden. De eerste groep gaat naar boven. Wij wachten voor de slagboom want wij hebben alleen spijkerbanden, dat moest genoeg zijn volgens de organisatie. Het weer wordt ondertussen alsmaar slechter en slechter. Het duurde maar voordat de eerste groep weer terug kwam. Het duurde 1 uur, 2 uren, 3 uren, wij baalden als een stekker. We willen wel terug naar het hotel maar ook dat kan niet, het is helemaal dichtgesneeuwd.

We hebben wat telefoontjes gepleegd naar de andere groep waar een beetje paniek heerste. Er waren mensen bij die niet meer durfden te rijden. De mensen van de sneeuwschuiver waren erg kwaad en ook in paniek want het zicht was niet meer dan 2 meter door de sneeuwstorm. De bijrijder moest voor de auto lopen en de weg wijzen.

Nadat wij 4 uren in de ijzige kou gewacht hadden, kwam de groep weer bij ons. Het waren allemaal bleke gezichten, bevende handen, huilende vrouwen en shagjes verslindende mannen. Met trillende handen vertellen ze dat het niet meer leuk was, een regelrechte nachtmerrie! “Dit doen we dus nooit meer” werd er gezegd. Maar ik dacht: “zij zijn er geweest en ik nog niet… en ik wil wel!”. Maar vandaag wordt het ‘m zeker niet meer. Teleurgesteld gaan we achter de sneeuwschuiver aan terug naar ons hotel. Dan maar een biertje drinken. Maar dit genot duurt ook niet lang want de voorraad bier en drank is op in ons hotel en onze eigen blikjes bier zijn ijs geworden. Dus nog een keer extra balen. Dan maar naar bed.

Nu ik dit zo schrijf beginnen mijn handen te trillen van frustraties, dus ik houd er voor nu mee op en pak een pilsje.

Donderdag 12 februari 2004
Vroeg opstaan en naar buiten gaan. De sneeuwstorm is nog steeds hevig. We gaan de mensen van de sneeuwploeg opzoeken om te vragen wanneer we hier van dit ellendige en godverlaten eiland af kunnen. Het antwoord luidde als volgt: “Jullie moeten alles inpakken en de auto’s uitgraven en wachten op ons sein als het verantwoord is om te rijden. Dit kan over een uur zijn maar ook nog wel uren duren. Of misschien lukt het vandaag ook wel niet dus!!”

Het is 9.15 uur, luid geschreeuw van de mensen van de sneeuwploeg. We gaan nu, hurry hurry! Wij snel de auto’s starten en achter de sneeuwschuiver aan met veel sneeuw en weinig zicht. Na 1,5 uur komen we Höningsväg aan. Daarna door de tunnel die de verbinding is van het eiland naar het vaste land.
 
Honderden kilometers rijden we nu langs fjorden en spiegelgladde wegen met maar 2 meter berm ernaast. Daarna had je de afgrond en de zee, geen vangrails ertussen! Dus de handjes aan het stuur worden weer klam van het zweet, dit is pas sturen.

Het einddoel van vandaag is Herta. Dit is een plaats in het noorden van Lapland waar we 1 dag zullen blijven. s’Avonds om 20.30 uur komen we hier aan, een geweldige locatie zoals later zal blijken. Eerst lekker douchen en dan eten, drinken en slapen. Hier wordt je echt moe van, zo’n dag sturen in de 2CV.

Vrijdag 13 februari
Om 8.45 uur genieten we van een ontbijt waarna we ski’s en schoenen gaan halen, we gaan langlaufen. Dit is (dachten wij) een bezigheid voor oude mensen, want normaal gaan wij andere jaren alpine-skien en zien we altijd de oudjes langlaufen. Nou, dat hebben we geweten! Dit is echt ontzettend vermoeiend en we doen het dus nooit weer! Onderweg heeft de organisatie in een hutje koffie gezet. Dit is een hele welkome verrassing! Daarna gaan we op de sneeuwscooters en dit is echt heel erg gaaf.

Na een vermoeiend dagje sporten gaan we vanavond samen dineren. Later op de avond is de uitreiking van het certificaat SuperFin. Deze uitreiking duurt erg lang en wij zijn natuurlijk weer als laatste aan de beurt omdat onze achternaam begint met een “Z”. Na afloop krijgt iedereen een beker met drank dat is gebrouwen door de organisatie. Iedere deelnemer van de Raid moest een fles drank meenemen van je eigen streek. Voor ons was dit natuurlijk Beerenburg. Al deze streekdrankjes werden in een grote emmer gemixt en op smaak gebracht met zout en peper. Dit is sterk spul zeg! Je weet precies hoelang en waarlangs je slokdarm loopt. Hoe laat we naar bed zijn gegaan is niet meer te achterhalen.

Zaterdag 14 februari
Om 10.00 uur vertrekken we naar de plaats Levi, dit is het alpine ski-gebied. Hier komt ook de Fins tv opnames maken. Om 14.00 uur vertrekken we weer naar de plaats waar de kerstman woont, Rovanieni genaamd. Hier nemen we afscheid van Gert Jan, Loek, Jon en Jarno. Zij gaan via Zweden weer terug naar huis. Wij gaan samen met Joost en Martijn (team 28) door heel Finland naar Helsinki waar wij onze spijkerbanden weer moeten ruilen voor onze eigen winterbanden. We overnachten in Oulu.

Zondag 15 februari
Om 9 uur vertrekken we richting Helsinki. Het is mooi helder weer en we weten dat het allemaal bijna voorbij is. We willen ook wel naar huis, dus trappen we lekker door. Maar het is zondag en de boot is besproken voor maandagavond 16 februari.

17.00 Uur, we zijn in Helsinki bij de Citroën-garage van Matty. Er brandt licht in de zaak dus hij is aanwezig. Dus de spijkerbandjes wisselen en Matty vragen (hij spreekt beter Fins dan wij) als hij de ferryboot wil bellen als er vanavond nog plaats is voor 2 auto’s in plaats van maandag. Matty belt dus en ja hoor, we kunnen mee. Dit houdt wel in dat we moeten opschieten.

Vanaf Helsinki naar de boot in de plaats Tunku is 175 kilometer. De boot vertrekt om 20.45 uur en het is nu ongeveer 18.00 uur. Dit wordt dus planken! Onderweg wordt het ook nog mistig maar wij houden plankgas en om 20.35 uur staan we bij de boot … poeh! Snel inschepen en dan de boot uit de haven zien varen en dan snel op de kooi… slapen.

Maandag 16 februari
We worden gewekt om 7 uur voor het ontbijt. Om 8 uur komt de boot aan in Stockholm. Door de ochtendspits rijden we naar Stockholm en gaan we via de snelweg naar de boot die ons van Zweden naar Denemarken zal brengen. Onderweg horen we op de radio dat er een veerboot is gezonken, dit is niet echt goed voor ons moraal. Maar wij komen gelukkig goed over. s’Avonds laat komen we aan in Kopenhagen en zoeken we een hotel op, gaan eten en slapen want morgen moeten we weer vroeg op.

Dinsdag 17 februari
Om 10.00 uur vertrekken we vanuit Kopenhagen richting de veerboot die ons naar het noorden van Duitsland brengt. De zee is ruw en na een overtocht van een uurtje zijn we in Duitsland.

Het waait erg hard en de eendjes willen niet sneller dan 90 kilometer per uur, wij willen wel sneller! Onderweg nemen we afscheid van het andere team en om ongeveer 19.30 uur rijden we de oprit van ons eigen huis weer op in Drachten. De kilometerteller geeft 7700 kilometer meer aan dan bij ons vertrek. Moe maar voldaan zien we onze kinderen weer, “welkom thuis!” wordt er geroepen. En dan volgen onze verhalen over de belevenissen onderweg.

Dit was een belevenis in onze eend om nooit te vergeten. Als er ooit weer een Raid in de winter wordt gehouden naar een verre bestemming dan willen we graag weer mee!